Opgegroeid met de koers
Geboren en getogen in het Westbrabantse Hoogerheide maakte ik al vroeg kennis met de wielersport. West-Brabant en speciaal De Zuidwesthoek (het gebied ten zuiden van Bergen op Zoom tot aan de Belgische grens), is wielrennen. P.J. van den Bussche beschreef de geschiedenis van de wielersport in de Zuidwesthoek in het prachtige boek: De Wielerkampioenen, 100 jaar wielersport in de Zuidwesthoek van Brabant.
Mijn jongste herinneringen zijn bezoeken aan het Sportpaleis in Antwerpen. Begin jaren zestig mocht ik met mijn buurman regelmatig op zondag mee naar baanwedstrijden in de Antwerpse wielertempel. Het waren de hoogtijdagen van Peter Post (waarvan mijn buurman fervent supporter was), Fritz Pfenninger en Palle Lykke.
In 1963 werd Jo de Haan derde bij het Wereldkampioenschap in het Belgische Ronse. Een nagenoeg vergeten feit, immers de tumultueuze sprint tussen winnaar Benoni Beheyt en Rik van Looy en de daarop volgende ruzie in het Belgische kamp bepaalde al het nieuws. Jo de Haan had zich in 1962 in Huybergen gevestigd en in het café van mijn grootouders (Sjaan, later van Ome Piet van Agtmaal) was het supporterslokaal. De bloementuil heeft er nog jaren aan de wand gehangen.
Jan Janssen verhuisde in 1964 van Nootdorp naar Ossendrecht. Enkele maanden later werd hij wereldkampioen in Sallanches. De hele buurt trok op dat moment een lange neus naar Louis Soffers, Belg, slager in Hoogerheide én groot supporter van Rik van Looy. Een spandoek aan de overzijde van zijn slagerij in Hoogerheide liet aan duidelijkheid niets te wensen over.
In de zestiger jaren vonden jaarlijks wielerwedstrijden plaats voor amateurs en nieuwelingen in Hoogerheide, enkele jaren zelfs meerdere per jaar. ’s Ochtends kwamen renners bij de bewoners langs het parcours vragen of ze zich om mochten kleden. Ook wij hadden jaarlijks renners in huis, veelal tegen de zin van moeder. Drie weken later rook het in huis nog naar de massageolie!
Het was in de periode dat René Pijnen, boerenzoon uit Woensdrecht, als amateur alles won wat hij wilde (o.a. Olympisch kampioen ploegentijdrit). Als prof werd hij later één van de beste baanwielrenners aller tijden.
Ook in Woensdrecht vindt jaarlijks een wielerronde plaats. Zijn de omlopen in Hoogerheide, Ossendrecht en Huybergen vlak, in Woensdrecht dient serieus geklommen te worden. De IJsberg en de Rijzende Weg zijn misschien niet zo hoog maar beginnen naarmate de wedstrijd vordert bij de meeste renners toch door te wegen. In 1965 won Joop Zoetemelk, een ontluikend klimtalent, bij de nieuwelingen.
De korte reisafstand naar wedstrijden in België was voor vele renners een reden om naar de grensstreek te verhuizen. Jan Janssen, Jo de Haan, Hennie Kuiper, Gerrie Knetemann, Harm Ottenbros, Gerard Koel zijn enkele grote namen die zich in de Zuidwesthoek vestigden.
Harm Ottenbros, neergestreken in Hoogerheide, werd in 1969 onverwacht in het Belgische Zolder wereldkampioen. Het hele dorp liep uit om het te vieren. Hij verwierf zelfs de bijnaam: Adelaar van Hoogerheide.
De Nederlandse Kampioenschappen vonden in 1974 en 1975 plaats in Hoogerheide-Woensdrecht. In 1974 stonden drie Zeeuwen op de hoogste trede van het podium: Cees Priem bij de profs, Jan Raas bij de amateurs en Keetie Hage bij de dames. (In 1935 en 1936 had dit evenement ook al plaatsgevonden in Hoogerheide). In 2018 kwam het nk terug in Hoogerheide, op de Brabantse Wal. Het werd een onvergetelijk evenement, met Mathieu van der Poel, jongste zoon van Adrie, als glorieuze winnaar.
In 1982 bezocht ik voor het eerst de Ronde van Frankrijk. Op Alpe d’Huez zag ik Beat Breu winnen, voor renners als Hinault, Winnen, Zoetemelk en Kuiper. Het was ook de eerste Tour van Adrie van der Poel. In die tijd was het nog mogelijk om met de auto op de dag zelf naar boven te rijden, te zwemmen in het zwembad naast de ijshockeybaan in Alpe d’Huez en daarna een mooi plekje uit te zoeken op de flanken van de berg. Enkele jaren daarna kwam de massale toeloop, vooral naar Alpe d’Huez. Nu zijn het niet alleen wielersupporters, maar ook groepen jongeren, die er een feestdag van maken. Vaak wordt er alleen gefeest, zonder dat zij ook maar enige interesse tonen in de koers.Vaak zijn zij te dronken op het moment dat de renners voorbij komen. Dat dit voor waanzinnige taferelen zorgt, kan iedereen op tv zien.
In de loop der jaren hebben we van alles meegemaakt: hitte op de Mont Ventoux, snijdende kou op de Col d’Izoard, de hele dag regen in Morzine en in 1996 zelfs sneeuwstormen op de Galibier, waardoor de etappe werd ingekort en de renners niet op de fiets maar in auto’s voorbij kwamen.
Soms gingen we met het hele gezin, maar sinds 1986 was mijn zoon Martijn meestal mijn metgezel. Hij was 6 jaar toen we voor het eerst samen naar de Tour gingen. We waren er bij toen Hinault gezamenlijk met Lemond de Alpe d’Huez beklom. Maar we stonden ook op de Koppenberg, toen Jesper Skibby werd aangereden en zagen vele memorabele edities van Parijs-Roubaix.
Kees Hopmans
De aanleiding om daadwerkelijk wedstrijden te bezoeken, was de opkomst begin jaren tachtig van Adrie van der Poel, ook geboortig van Hoogerheide. In die jaren zijn we ook vaste volger geworden van Parijs-Roubaix (met dank aan Willy Groffen). Begin jaren negentig reden zelfs drie renners uit Hoogerheide in de Helleklassieker: de broers Adrie en Jacques van de Poel én Kees Hopmans.
De wielersport bevindt zich regelmatig in zwaar weer door vele dopingschandalen en dito verhalen er om heen. Het schijnt aan de wielersport te kleven, door alle tijden heen. Het zij zo. Toch blijft voor mij het wielrennen de sport, waarin wilskracht en doorzettingsvermogen bepalend zijn voor de prestaties en waar ook emotie en tragiek vaak meerijden.
De foto’s vóór 2006 zijn allen ingescand zoals ze zijn. Er is geen fotoshop aan te pas gekomen. Sinds 2006 heb ik me op het digitale pad begeven. De opnames zijn misschien niet allemaal van de hoogste kwaliteit want ik ben zeker geen fotograaf, slechts een wielerliefhebber, die graag foto’s maakt. En die foto’s wil ik graag met u delen
Jan Suijkerbuijk